De Vendée: voor eeuwen ontheiligd
Elf jaar geleden werd het tweehonderdjarig bestaan van de Franse Revolutie uitbundig gevierd. Maar er was ook een streek waar men op hetzelfde moment de afslachting van honderdduizenden mensen herdacht, in naam van diezelfde revolutie... Bij de viering van het bicentenaire van de Franse Revolutie bleken eeuwenoude wonden nog niet geheeld te zijn: de afstand tussen de Vendée en Parijs is nog steeds een traject van verwijten, bitterheid en pijn. De Vendée is het verdriet van Frankrijk.
De
Vendée is het overwegend vlakke kustgebied onder Nantes. De streek bezit
eindeloze zandstranden, mooie eilanden voor de kust zoals Ile de Noirmoutier en
Ile d'Yeu, en een glooiend, soms heuvelachtig achterland dat het best met de
fiets te ontdekken valt. De historie van deze streek is rijk, maar wreed. In het
noordoosten van de Vendée woedde vlak na de Franse Revolutie drie lange jaren
een gruwelijke oorlog. Een reis door deze streek is een reis in een verleden
waar Frankrijk niet trots op hoeft te zijn.
Geloof in God en de koning
Van oudsher werd deze streek voornamelijk bevolkt door boeren, even stug van
karakter als de te bewerken aarde. Ze volgden het langzame ritme der seizoenen
en hielden in hun sobere, harde bestaan vast aan enkele essentiële waarden:
geloof in God en de koning, Zijn vertegenwoordiger op aarde. De pastoors in vele
dorpen waren bijna allemaal afkomstig uit diezelfde boerenfamilies met respect
voor dezelfde eeuwenoude tradities.
Na de machtsovername door het volk in 1789 veranderde er van alles tegelijk in
Frankrijk. Tegen een aantal van deze veranderingen kwamen de boeren uit de
Vendée vervolgens in opstand. Ze rebelleerden niet tegen de Franse Revolutie op
zich, net zomin als tegen de opheffing van het feodale stelsel en van de
privileges die de lokale adel genoot.
Drie gebeurtenissen zijn bepalend geweest voor de boerenopstand in de Vendée.
Op de eerste plaats veranderde de status van de katholieke Kerk en de priesters.
Alle grondbezit van de kerk werd genationaliseerd, vele kapellen en kerken
werden gesloten, priesters werden min of meer gewone burgers en moesten de
nieuwe grondwet (met daarin onacceptabele regels voor de kerk) onderschrijven,
wilden ze in aanmerking komen voor een uitkering van de staat. Pastoors die
weigerden de eed op de nieuwe grondwet af te leggen, werden via razzia's
vervolgd, gevangen genomen en naar het buitenland verbannen. Hun plaats werd
ingenomen door 'revolutionaire geestelijken'.
De meerderheid van de priesters in de Vendée weigerde de nieuwe status te
accepteren en te zweren op de nieuwe grondwet. De boerenbevolking steunde de
priesters en bood onderduikadressen. In het geheim, in schuren of op open
plekken in het bos, droegen zij de mis op. Nieuwgeborenen werden eerder door hen
gedoopt dan door de vervangers.
De afschaffing van het koningschap en de onthoofding van Lodewijk XVI raakten de
eenvoudige Vendéeërs eveneens in hun diepste overtuiging en werden door hen
opgevat als een daad van politieke en religieuze barbarij.
Maar de ergste maatregel die vanuit Parijs aan hen werd opgelegd, was de
verfoeide 'levée militaire': alle weerbare ongehuwde mannen tussen 18 en 25 jaar
- in de Vendée waren dit talloze jonge boeren die niet genist konden worden bij
het werk op de velden - hadden de plicht zich voor de krijgsdienst te melden.
Seinen met molenwieken
Dit alles leidde in 1793 tot een opstand van de boerenbevolking rond
Cholet en Challans. Een 'katholiek en koninklijk leger' werd gevormd om een
einde te maken aan de Parijse maatregelen die haaks stonden op de in de Vendée
gekoesterde traditionele waarden van liefde voor en trouw aan God en de Koning.
Onder leiding van enige oud-generaals en gewapend met vaak niet meer dan hun
zeis veroverden de Vendéeërs enkele dorpen en steden: Cholet, Thouars, Saumur,
Angers. Maar de revolutionaire regering in Parijs nam de opstandelingen nog niet
serieus. De leiders in de hoofdstad hadden genoeg andere zaken aan hun hoofd,
want ze waren met half Europa in oorlog. Toen Nantes echter werd bedreigd, greep
men in. Vanuit Parijs kwam het bevel: 'Détruisez la Vendée!'. Een republikeins
leger van 10.000 man, 'les Bleus'genaamd, werd naar de Vendée gestuurd onder
leiding van ervaren generaals, terwijl een van de generaals van de rebellen,'les
Blancs' geheten, een onervaren jongen van 21 was. Kerkklokken en de molen op de
Mont des Alouettes hielden de rebellen op de hoogte van de stand van zaken: door
middel van de stand van de wieken werd de positie van de vijandelijke linies
doorgegeven. Maar de overmacht en de betere bewapening van het republikeinse
leger gaven de doorslag. De opstandelingen trokken ten einde raad naar Granville
in Normandië, hopend op de steun van de Engelsen. Een ware exodus: een stoet van
honderdduizend personen, bestaande uit boeren, hun vrouwen en kinderen en ouden
van dagen trok weg uit de Vendée.
Uitgedund
Maar onderweg stuitte de stoet op het republikeinse leger. Iedereen werd
bruut afgeslacht, niemand werd gespaard. Een van de republikeinse generaals
schreef trots naar Parijs: 'Il n'y a plus de Vendée, elles est morte sous notre
sabre libre'. En de moordpartij duurde voort: in de Loire bij Nantes werden 3000
krijgsgevangenen, in boten vastgebonden, verdronken. In het dorpje
Lucs-sur-Boulogne werden alle 564 inwoners, waaronder 110 kinderen onder de
zeven jaar, op wrede wijze omgebracht. De rebellen restte niets anders dan over
te gaan op guerillatechnieken vanuit de bossen en de vele moerassen. Onder de
regering van de Terreur kwam toen het onverbiddelijke bevel 'om van de Vendée
een woestijn te maken'.
Onvoorstelbare bloedbaden waren het gevolg. In 1796 werd na moeizaam
onderhandelen een vredesakkoord bereikt, onder andere omdat de vrijheid van
godsdienst in ere werd hersteld. Men schat dat er ruim 300.000 Vendéeërs in de
oorlog zijn omgekomen.
Het resultaat van de 'Guerres de Vendée' was verschrikkelijk: in grote delen van
de streek was de bevolking gehalveerd, het land was grotendeels verwoest, dorpen
en steden waren met de grond gelijk gemaakt. De uitgedunde bevolking heeft er
meer dan honderd jaar over gedaan om het verlies van één, vaak twee generaties
te boven te komen. Nog steeds is de Vendée een dun bevolkt gebied.
Herinneringen
Anno 2000 voelen de Vendéeërs zich nog altijd tekort gedaan, en soms
terecht. Het centrale gezag in Parijs heeft deze grote vlek op het blazoen van
de Franse Revolutie steeds trachten te verdoezelen en heeft nooit spijt betuigd
over de wreedheden die in de Vendée begaan zijn. Bij de opening in de jaren '70
van het grootste klank- en lichtspel ter wereld, 'Le Spectacle du Puy du Fou',
schitterde de Franse regering door afwezigheid...
Dit wereldberoemde schouwspel dat zich in, voor en naast de ruïnes van het
kasteel van Puy du Fou afspeelt, verhaalt in een aantal historische scènes de
geschiedenis van de Vendée. Meer dan 700 personen, allen vrijwilligers uit de
omringende dorpen, verbeelden de taferelen in een oogverblindend decor. Deze
show wordt elk jaar in de zomermaanden 25 keer opgevoerd voor telkens 13.00
personen - en is alle avonden uitverkocht.
Maar dit spektakel is niet het enige dat aan dit lang verzwegen verleden
herinnert. In Pin-les-Mauges wordt in de glas-in-loodramen van de kerk de
geschiedenis van de Vendée uitgebeeld, in Lucs-sur-Boulogne getuigt een kerkraam
van de beestachtige slachting van de totale dorpsbevolking, in Grasla is in het
bos een 'village du refuge' te zien. En het 'Logis de la Chabotterie' in Saint-
Sulpice-le-Verdon, gelegen tussen La Roche-sur-Yon en Montaigu, is geheel aan de
Vendée-oorlogen gewijd. In dit landhuis uit de 18e eeuw toont men een gevarieerd
aanbod aan informatie: het landhuis zelf, met zijn zeer fraaie tuin, is een goed
voorbeeld van een adellijk woonhuis in die dagen, er is een film over de opstand
onder leiding van generaal Charette en er zijn sprekende poppen ('automates')
die op aanschouwelijke wijze de geschiedenis van de Vendée-oorlogen vertellen.